dinsdag 21 juli 2020

Emaux de Longwy.





Longwy … een stad gelegen in het noordoosten van Frankrijk kort bij de grens met België en Luxemburg en deel uitmakend van het departement Meurthe-et-Moselle (Lotharingen) ... arrondissement Briey. 
Bij keramiekliefhebbers bekend om zijn prachtige faïenceproductie die vooral in de 19de en 20ste eeuw roemrijke tijden kende. 


In 1798 werd in het voormalige leegstaande Karmelietenklooster in Longwy-Bas een aardewerkfabriek opgericht door families Boch en Nothomb. 

De alombekende familie Boch, ook stichter van het bedrijf Kéramis in La Louvière ligt er aan de basis van deze nijverheidstak. De familie was immers in vier verschillende landen actief: Luxemburg, België, Duitsland en Frankrijk. Dit om uitvoertaksen te ontlopen en korter bij de winningsgebieden van de grondstoffen te zijn … wat dan weer resulteerde in een grotere omzet en een goedkoper productieproces.
Samen met de familie Nothomb die eveneens verschillende keramische vestigingsplaatsen had in het noordoosten van Frankrijk maakten ze in de eerste helft van de 19de eeuw vooral gebruiksgoed, serviesgoed van pijpaarde of faience fine.
Immers, in de 18e eeuw was er een ware golf van aardewerkproductie van oost naar west door Lotharingen heen getrokken, via Niderviller, Lunéville, Saint-Clement, Sarreguemines, Thionville, Islettes en Audun-le-Tiche.
Maar waar in vele van de hiervoor vernoemde plaatsen de bloei van faïencefabrieken kortstondig was geweest, heeft de productie van Longwy grote naoorlogse crisissen overwonnen en worden er tot op de dag van vandaag nog in kleinere kunstateliers artistieke keramische siervoorwerpen vervaardigd.
Longwy is vooral beroemd voor zijn émail-techniek.
De kunst van het emailleren, d.w.z. het aanbrengen van gesmolten glas op een metalen ondergrond, was al in het eerste millennium bekend. Er waren twee toepassingen in gebruik : het ‘émail champlevé’ eh het émail cloisonné’.
Bij het ‘champlevé’ werden er holten in het metaal geslagen, die opgevuld werden met émail. Bij het ‘cloisonné’ werden er door middel van metalen draden vakken gevormd die de begrenzing, de hekken, waren voor de glaspasta, die later gesmolten werd.
Vooral na 1870 toen het bedrijf onder leiding kwam te staan van de Italiaan Amédée de Caranza (die ooit de leiding zou hebben gehad over de keizerlijke keramiek ateliers in Japan) … werd het Chinese en Japanse porselein weer ontzettend populair. Een bezoek van keizer Napoleon aan de fabriek en een grote bestelling van gepersonaliseerd serviesgoed en gebruiksaardewerk versierd met bloemen en vogels zal hieraan niet vreemd geweest zijn.
Dit leidde ondermeer tot de opbloei van het Japonisme en later de Art Nouveau. En vanuit het Verre Oosten werd keramiek met emaildecors ingevoerd. De Caranza kende dit blijkbaar goed en introduceerde de techniek in het atelier van Longwy. Van toen af aan werd dergelijk met email versierde keramiek gemaakt. Caranza is later vertrokken naar een concurrent in Bordeaux, waardoor Longwy niet langer het alleenrecht op dit soort producten behield.
Deze laatste methode werd ook door de gebroeders d’Huart in 1835 uiterst geschikt bevonden om toe te passen op hun keramiekproductie. De draden van metaal werden vervangen door klei en zwart gemaakt. Het zwarte kader hield het schitterende email in bedwang en versterkte optimaal de fantastische kleur. Om het prachtige blauw te krijgen gebruikte men koperoxide, voor het purper goud en voor het groen chroomoxyde. Het afboorden van deze heldere tinten met zwart bleek een schot in de roos te zijn … het bracht de fabriek een aanzienlijk aantal onderscheidingen op tijdens de diverse wereldtentoonstellingen.

Rond 1918 bij de opbloei van de Art Deco stijl en de samenwerking met de grote Parijse warenhuisketen ‘Printemps’ en haar atelier d’arts ‘Primavera’ brak er een hele vruchtbare periode aan die haar hoogtepunt kende in de wereldtentoonstelling van 1925 ‘l’Exposition des Arts Décoratifs et industriels modernes’ te Parijs.

Na de economische recessie van 1930 trachtte het bedrijf door samenwerking met kunstenaars en designers haar productie een nieuw elan te geven. Een strijd zoals vele van haar lotgenoten om te overleven in het interbellum.

In de loop van 200 jaar heeft men zeer verschillend aardewerk in Longwy geproduceerd. Deze stukken, variërend van zeer bescheiden tot zeer prestigieus, getuigen van de evolutie van: technieken, smaak, maatschappij en kunst.
In 2015 zet de groep ‘Emblem’ haar schouders onder een vereenvoudigde vorm van voortbestaan van dit bedrijf. Men tracht de savoir-faire te bewaren en ook wegen naar vernieuwing en internationale afzet in te slaan.

In de ‘Manutention’, een gebouw uit 1753, presenteert het gemeentemuseum een belangrijke collectie glazuurwerk uit de 19e en 20e eeuw.

Groeten,
Meindert





Le musée des emaux et faïences.