woensdag 30 december 2015

Het #Zwanenmeer - Piotr Ilitch #Tchaïkovski


'Het Zwanenmeer' is nog altijd het meest populaire ballet aller tijden.
In dit wondermooi oeuvre legde Tchaïkovski veel van zijn persoonlijk emotioneel leven.
Marius Petipa en Lev Ivanov voorzagen een paar decennia later deze partituur van een prachtige choreografie. In deze drie-akter, verhalen de dansers over de liefde van prins Siegfried voor prinses Odette, die veroordeeld werd door de boze tovenaar Von Rothbart om overdag in een zwaan te veranderen en 's nachts in een vrouw. Prins Siegfried wil alles doen wat hij in zijn macht heeft om deze vloek te verbreken.
Tussen de romantische duetten en prachtige choreografieën door ontdekken we de Venetiaanse Dans, de 'Pas Espagnol, Mazurka en natuurlijk de Dans van de Zwanen.


'Wat heeft dit alles nu met keramiek te maken ?'... hoor ik u nu al denken.
Wel heel wat faïenceriën hebben in hun productie dierensculpturen opgenomen.
Wellicht waren er onder deze kunstenaars ook romantische zielen die geïnspireerd geraakten door dit prachtige ballet en daarom een serie keramische zwanen
creëerden. In Thulin is dit alvast gebeurd ... zie daarom het vervolg van de productielijst.

Mag ik u allen het beste toewensen voor 2016 en in het bijzonder veel keramiekplezier !

Groeten,
Meindert









donderdag 17 december 2015

Faïencerie de #Lunéville & #Saint-Clément.

De geschiedenis van deze beide faïenceriën, op een steenworp afstand van elkaar gelegen in noord-oost Frankrijk, is sterk met elkaar verweven. 
Lunéville en Saint-Clément waren omzeggens moeder en dochter. 

Alles begon in 1711 toen Jean-Jacques Chambrette 'maïtre-faïncier', afkomstig uit Dijon, voor rekening van de graaf de Fontenoy een eerste faïencefabriek te Champigneulles (Lotharingen) opstartte. 

In 1722 vestigde zijn zoon Jacques zich als handelaar in faïence te Lunéville. 

In 1730 richtte hij er zijn eigen faïencerie op. Na het op punt stellen van de basisgrondstof ‘Terre de Pipe’ ... een kleimengeling (zonder kaolien) die een wittere, fijnere, op porselein gelijkende faïence gaf en de verfijning van meerkleurige decors door toepassing van een moffeloven op lagere baktemperatuur ... kon hij zijn entourage en ook de toemalige Poolse koning en groot-hertog van Lithouwen 'Stanislas Leszczynski' overtuigen zijn bedrijf financieel en logistiek te ondersteunen.
De zaken liepen voorspoedig, er werd geëxporteerd naar Duitsland, Polen, Italië en de Franse kolonies. In 1753 telde men er zowat 200 werknemers.

Om te ontsnappen aan zware belastingen die men hief vanuit het hertogdom Lotharingen op uitvoer naar Frankrijk, besloot Jacques een fabriek op te richten te Saint-Clément in 1756. In deze regio was er goede klei, water en hout in overvloed te vinden en kom men makkelijker en concurrentiëler de Franse markt bespelen.

Toen hij overleed namen zijn zoon Gabriel en zijn schoonzoon Charles Loyal de leiding over deze twee opgerichte bedrijven over. Ze slaagden erin beide bedrijven de eretitel ‘Manufacture Royale’ te kunnen meegeven op 3 maart 1758.

In 1763 gingen de twee familieleden elk hun eigen weg.
Charles Loyal kocht de faïencerie van Saint-Clément aan samen met Richard Mique (architect in dienst van koningin Marie Antoinette) en van Paul Louis Cifflé (kunstenaar). Gabriel daarentegen bleef de faïencerie van Lunéville verder beheren. Meer dan een eeuw zouden hun wegen gescheiden blijven.

De manufacturen van 
toen beleefden welvarende tijden ... als hofleveranciers investeerden zij in een voortdurende vernieuwing van vormen en decors. 

In 1816 werd de faïencerie van Saint-Clément geleidelijk aan overgenomen door de familie Thomas met medewerking van de u wel bekende kunstenaars Charles en Emile Gallé (vader en zoon). In 1844, 1855 en 1878 nam het bedrijf deel aan drie wereldtentoonstellingen op Franse bodem, verschillende ereprijzen werden hierop weggekaapt. Dit alles kon uiteindelijk niet voorkomen dat het bedrijf ten tijde van de industriële revolutie in moeilijkheden geraakte.

In 1892 werd het bedrijf opgekocht door de faïencerie Keller en Guérin (het voormalige moederbedrijf te Lunéville). Zij zorgden voor de verdere groei van beide manufacturen te Lunéville en te Saint-Clément. De productie werd groter en industriëler aangepakt, stoommachines en elektrische ovens deden hun intrede. Men kreeg weerom een grotere greep of de Franse afzetmarkt. Het was ook de tijd waarin vakbonden en sociale voorzieningen voor het eerst daglicht zagen.

De opstart van een kunstatelier met medewerkers als: Emile Gallé, Pierre Mougin, Géo Condé, Charles Lemanceau enz. bracht het bedrijf een wereldwijde bekendheid. In vele grote wereldsteden met alom bekende warenhuizen werden hun producten afgenomen. 

Vanaf 1922 nam Edouard Fenal, zoon van Théophile (eigenaar van de faïencerie te Badonviller), de leiding van het concern over.
In 1978 deed deze groep een openbaar overnamebod op de faïencerie van Sarreguemines, zo konden zij een rijk gamma aan keramische stijlen blijven aanbieden. 
Kunstenaars als: Pierre Cazenove, Régis Dho, Paul Flickinger droegen er hun steentje bij.

In december 2006 werden beide faïenceriën overgenomen door de groep ‘Faïence et Cristal de France’ (eigenaars van de faïencerie de Niderviller, de cristallerie de Vallérysthal, de cristallerie de Portieux). 
Deze nieuwe groep ‘Terres d’Est’ genaamd trad de XXIe eeuw binnen met de intentie de opgedane kennis en kunde op het gebied van keramiek verder te zetten.

Vandaag maakt het bedrijf deel uit van de groep ‘Les Jolies Céramiques sans kaolin’ onder de directie van Jean-Claude Kergoat ... met als bedrijfsdoel: ‘La fabrication d’articles céramiques à usage domestique ou ornemental’.

Groeten,
Meindert










zondag 13 december 2015

#Merry_Christmas & #Happy_New_Year_2016 !

Beste keramiekliefhebbers,

Waar ook ter wereld u zich mag bevinden ... bij deze wens ik u allen vredevolle kerstdagen toe en duim ik voor een fijn en voorspoedig 2016. Moge dit het jaar worden waarin alle mensen op deze planeet harmonisch en tolerant willen samenleven ... op weg naar een mooiere wereld !

  

Het lezerspubliek van deze blog is inderdaad wereldwijd geworden ... getuige daarvan zijn het aantal page-views tot op de dag van vandaag.

country                           pageviews


België                             3825
Verenigde Staten           893
Nederland                      862
Rusland                         260
Duitsland                       72
Portugal                         65
Zwitserland                   49
Frankrijk                        43   
Oekraïne                       30
Ierland                           21
Kroatië                          17
Uruguay                        14
Noorwegen                     7
Luxemburg                     4
Australië                         1

Als nieuwjaarsgeschenk krijgt u wederom een deel van de overzichtslijst van de Belgische Thulin-productie ... misschien kunt u in al uw goede voornemens voor het komende jaar inlassen af en toe eens te reageren op deze blog en zijn inhoud. Of zelf eens in de pen te kruipen omtrent keramiek ... dat zou toch leuk en verrijkend voor ons allen kunnen worden ... Meindert rekent op u !

Groeten,
Meindert



 



woensdag 2 december 2015

#Clarice_Cliff famous #English ceramic artist.

Clarice Cliff ( geb. 20 januari 1899 - overl. 23 oktober 1972) …

was een Engelse kunstenares die van 1922 tot 1963 een indrukwekkend oeuvre aan keramische art deco objecten creëerde … tot op de dag van vandaag word je blij en vrolijk bij het aanschouwen van al dat mooie dat ze ons heeft nagelaten!
Begonnen als leerling-pottenbakker, begenadigd met talent en kundigheid, verwierf zij algauw de status van keramiekkunstenaar, later schopte zij het tot artistiek directeur van de 'Newport Pottery' een bedrijfsonderdeel van het A.j. Wilkinson-concern.

Clarice werd geboren te Tunstall (Stoke-on-Trent) in Engeland, als vierde telg uit een gezin met acht kinderen. Vader Harry verdiende de kost als ijzergieter en moeder Ann wist nog wat bij te verdienen in de wasserij.

Clarice werd naar een andere school gestuurd dan haar broers en zussen. 
Mogelijk is dit een verklaring voor haar grotere mate van onafhankelijkheid en doorzettingsvermogen.

De liefde en de passie voor keramiek werd haar na schooltijd meegegeven door haar beide tantes, die werkzaam waren als schilder in de plaatselijke pottenbakkerij. Op school leerde zij zelfs modellen uit papier-maché te maken.

Op dertienjarige leeftijd ging zij zoals vele kinderen uit die tijd voor het eerst werken .... haar eerste job bestond erin allerlei keramische objecten te voorzien van een dun laagje verguldsel. 
Eens zij dit onder de knie had leerde zij uit de vrije hand schilderen op plateel, ‘s avonds volgde zij ook nog cursussen aan de ‘Burslem School of art’ om zich te vervolmaken in de plastische kunsten en hun vormgeving. 

In 1916 besloot ze te gaan werken in de fabriek van A.J. Wilkinson in Newport (Burslem) waar zij carriéremogelijkheden in het vooruitzicht had. Hierdoor moest zij dagelijks pendelen van en naar het werk en koos zij voor een moeilijkere weg dan de meeste andere jonge meisjes die in ‘Staffordshire Potteries’ soms een carrière lang voor een karig loon aan de slag bleven.

Clarice was een ambitieuse jonge vrouw die zich voortdurend vervolmaakte in allerlei technieken zoals: de vormgeving van sculpturen, het ontwerpen van modellen en patronen, vergulden, emailleren enzovoort.

Begin twintiger jaren bracht haar naasthogere chef Jack Walker haar onder de aandacht van een der fabriekseigenaars namelijk Colley Shorter, die samen met zijn broer Guy het bedrijf runde. Colley Shorter was 17 jaar ouder dan Cliff, maar viel voor haar kennis, bekwaamheid en ondernemerszin, later ook voor haar charmes … zij werd zijn tweede vrouw in 1940 na de dood van An Shorter.

Cliff kreeg een tweede vervolmakingsperiode bij A.J. Wilkinson’s in 1924 (toen 25 jaar) als vormgever, samen met de twee vaste fabrieksontwerpers John Butler (reeds twintig jaar in dienst) en Fred Ridgway. Zij ontwierpen traditioneel Victoriaans gebruiksgoed

In 1927 kreeg zij zelfs een eigen ontwerpstudio in het bedrijf. Hier mocht Cliff experimenteren met het uit de hand vrij decoreren van tweede keus ‘witgoed’. Zij gebruikte hierbij de bovenglazuurtechniek, die na het bakken fellere kleuren opleverde.
De onvolmaaktheden 
camoufleerde zij onder driehoekvormige patronen in een stijl die zijzelf ‘Bizarre’ noemde. 

De allereeste exemplaren hadden enkel een handgeschilderde roestigkleurige markering 'Bizarre by Clarice Cliff', soms ook met 'Newport Pottery' eronder. Groot was de verbazing van de verkoopsleider Ewart Oakes toen hij merkte dat er direct grote vraag was naar dit succesvol product.

Clarice kreeg versterking van de jonge plateelschilderes Gladys Scarlett bij dit alles en algauw werd een meer professionele facsimile handtekeinigstempel van Cliff gebruikt: ‘Hand painted Bizarre by Clarice Cliff, Newport Pottery England’.

In maart 1927 stuurde Colley Shorter Cliff naar de ‘Royal College of Art’ in Kensington (London) voor twee korte vervolmakingscursussen. Vanaf dan creëerde zij volledig zelf haar eigen hoekige en geometrische modellen in een stijl die aanleunde bij de art deco stroming. Deze werden versierd met abstract en kubistische decors.

In 1928 ontwierp Clarice een eenvoudig handgeschilderd decorpatroon ‘Crocus’ in de kleuren oranje, blauw en purper. Dit kende onmiddellijk een mega succes.
Aanvankelijk was het de jonge Ethel Barrow die deze decoratie aanbracht … maar de zaken liepen zo voorspoedig dat men algauw in 1930 een aparte decoratieshop oprichtte, met een twintigtal jonge dames opgeleid door Ethel, die niets anders dan dit alom bekende decoratiepatroon aanbrachtten gedurende de vijf en halve dag durende werkweek.

Cliff's team van decorateurs telde toendertijd zowat een zeventigtal jonge schilders, meestal vrouwen die men gekscherend 'Bizarre girls' noemde, met daartussen een viertal mannelijke collega’s … die allen meewerkten aan het project ‘Modern art for the table’ onder het strenge toeziend oog van de ‘leading lady’. 

Series als Bizarre, Fantasque, Delecia, Appliqué, Inspiration, Crocus, Gayday en oplegdecoraties zoals Lucerne, Lugano, Avignon, Windmill, Red Tree, Idyll, Palermo, Blossom, Caravan, Bird of Paradise, Etna, Garden, Eden and Monsoon vonden toen allen een weg naar het cliënteel. Afzetgebied vond men in de sjieke winkels van London zoals: ‘Harrods, Maple & Co., Lawley's, Bon Marche, John Lewis Peter Robinson, Selfridges, John Barker & Co., Warring & Gillow and Gorringe's' … maar ook in overzeese gebieden als Noord-Amerika, Australië, Nieuw-Zealand, Zuid-Afrika en in mindere mate in Europa.

Andere kunstenaars zoals: Barbara Heppworth, Vanessa Belle en Paul Nash, Duncan Grant, Dame Laura Knigth kwamen dit succesvol team versterken.

Tijdens de tweede wereldoorlog viel de productie enigszins stil, er mocht enkel ongedecoreerd wit gebruiksgoed vervaardigd worden, zodat Clarence haar werk als designer niet kon verder zetten.
In plaats daarvan spitste ze zich toe op tuinieren, een passie die zij en haar man op het 1,6 hectaren grote domein van Chetwynd House deelden.

Na deze niets ontziende oorlog verlangde Cliff met enige nostalgie naar de ‘Bizarre-years ‘ uit de dertigjer jaren ... maar deze kwamen niet meer terug. Realist als ze was, aanvaardde zij dat smaken en kleuren kunnen veranderen, de productie werd weer traditioneler met typisch Engels Victoriaanse ontwerpen en decors als ‘Tonquin’ en andere. Zijzelf vervulde nog een bijrol in het bedrijf.
A.J.Wilkinson en Newport Pottery verkochten nog een aantal goederen onder Cliff’s naam. 

Na de dood van haar echtgenoot Colley besloot ze in 1964 het bedrijf te verkopen aan Midwinters want er waren geen erfgenamen.

Ze leefde ietwat teruggetrokken in haar mooie landhuis… in december 1971 en januari 1972 werd een eerste grote overzichtstentoonstelling aan haar oeuvre gewijd in Brighton. (East Sussex) … de van nature bescheiden en ietwat schuwe Clarice vond dat een niet al te best idee, ze was wel bereid de catalogus te voorzien van enig commentaar ... maar op de opening was zij de grote afwezige.

Clarice Cliff stierf erg plotseling in Chetwynd House op 23 oktober 1972.

Clarice werd met al haar iconische ontwerpen, markant gebruik van patronen en kleuren, wereldberoemd! Haar creaties vertonen een karakteristieke en makkelijk herkenbare stijl. Tot op de dag van vandaag zijn ze nog zeer gegeerd door liefhebbers en verzamelaars overal ter wereld. Sommige van haar creaties brengen bij veiling duizenden euro’s op.

in de eerste helft van vorige eeuw was zij een witte raaf … die aan mannen bewees dat ook vrouwen succesvolle en inspirerende ondernemers konden zijn … haar harde werken, doorzettingsvermogen, leergierigheid, talent, vaardigheden en haar doortastende baanbrekende reclamecampagnes werden ruimschoots beloond door een wereldwijde bekendheid.
Haar meest bekende en relativerende uitspraak was:
‘Having a little fun at my work does not make me any less of an artist and people who appreciate truly beautiful and original creations in pottery are not frightened by innocent tomfoolery!’.

Groeten,
Meindert