In 1872 huwde de Amsterdamse Petronella Clementine Brantjes-van Rijn met de succesvolle zakenman (houthandelaar, oventegelfabrikant, traanleverancier) Nicolaas Brantjes (1844-1886) uit Purmerend.
Als blijk van zijn grote liefde voor haar, bouwde hij in 1880 aan de Plantsoengracht 8 te Purmerend een prachtig pand dat ‘Villa Clementine’ werd gedoopt. Architekt ervan was Jakobus Lankelma.
Samen kregen zij er zes kinderen. Toch hebben zij van deze mooie stek niet lang kunnen genieten want in 1886 overleed Nicolaas. Dit was een grote klap voor Clementine, waardoor ze besloot om haar geliefde villa een jaar later aan een familielid te verkopen. Momenteel is dit gebouw een rijksmonument dat dienst doet als evenementslocatie.
In 1895 richtte deze sterke vrouw (die ondertussen de bedrijvigheid van haar man had voortgezet) samen met Egbert Estié (1865-1910) de plateelbakkerij ‘Wed. N.S.A. Brantjes & Co’ op. Deze laatste was ook betrokken bij de oprichting van Plateelbakkerij Zuid-Holland (1889) en de porseleinfabriek ‘De Kroon’ (1906).
Estié nam er de eerste drie jaar de artistieke leiding voor zijn rekening.
Aanvankelijk begon deze firma met de klassieke productie van handgeschilderd sieraardewerk (witbakkende klei) in het beroemde ‘Delfts blauw’ … maar door de opkomst van de ‘Art Nouveau’ werden de: vazen, beelden, tegelplateaus en serviesgoed algauw gedecoreerd met bontere kleuren, portretten, landschappen en plantenmotieven in zweepslagstijl … wellicht geïnspireerd door voorbeelden uit de Haagse plateelfabriek ‘Rozenburg’ met zijn alom gekende kunstenaar T.A.C. Colenbrander. Het klompje was het fabrieksmerk en een groot deel van de productie was bestemd voor het buitenland.
In 1897 werd dit bedrijf uitgebreid en had het zesenveertig werknemers in dienst, van wie er 35 plateelschilder waren. Deelnames aan de Wereldtentoonstelling van Parijs 1900 en die in Saint Louis (Missouri) 1904 behoorden tot de absolute hoogtepunten.
Talentvolle schilders zoals: Bernardus Boeziek en gerenommeerde ontwerpers zoals: August Falise, Chris van der Hoef, Christian Johannes Lannoy, Willem Brouwer en Henri Teixeira de Mattos, zaten er hun beste beentje voor.
Na 1904 fuseerde deze aardewerkfabriek met de plateelbakkerij Haga uit ’s Gravenhage. Clementine was op dat moment nog maar weinig betrokken bij de werking ervan. In 1907 sloot deze firma haar bedrijfspoorten wegens faillissement.