donderdag 23 november 2023

Royal Copenhagen ... Den Kongelige Porcelainsfabrik.


‘Royal Copenhagen’ ... de naam een van de eerste porseleinfabrieken op Europees grondgebied. Dit Deense bedrijf is in het buitenland beter bekend als de ‘Royal Porcelain Factory’ en in Denemarken als ‘Den Kongelige Porcelænsfabrik’.   

Het werd in 1775 in Kopenhagen opgericht onder de bescherming van de Deense weduwe koningin Juliane Marie. Het fabrieksmerk … een koninklijke kroon met daaronder drie golvende lijnen boven elkaar, symbool voor de drie zeestraten van Denemarken namelijk: Storebælt, Lillebælt en Øresund.  

Begin 17e eeuw ontstond er in Europa een grote belangstelling voor het blauw-wit Chinees porselein  Dit kostbare aardewerk was enkel maar te bewonderen in de woonvertrekken van de beter begoeden. Algauw ontstond dus de behoefte bij de gewone burger om ook te mogen genieten van dat fragiele maar fraaie aardewerk.

Chemici en alchemisten op het Europees continent gingen met z'n allen op zoek naar de formule en de procedure voor het vervaardigen van dit verfijnde witte porselein. Het nieuwe witte goud. 

In 1775 startte chemicus Frantz Heinrich Müller in Kopenhagen een porseleinfabriek in het oude postkantoor. Hij kreeg er een monopolie van 50 jaar op het maken (imiteren) van porselein.  

Hoewel het koninklijke patronaat aanvankelijk niet officieel was, waren de eerste vervaardigde stukken eetservies gereserveerd voor de koninklijke familie. 

Toen koning Christian VII in 1779 de financiële draaglast en verantwoordelijkheid op zich nam, kreeg de fabriek de naam Royal Porcelain Factory.   

De ontdekking in 1772 van een rijke kobaltader in Noorwegen, het jongste deel van het destijds gezamenlijke koninkrijk, werd snel ontgonnen met behulp van nabijgelegen waterkrachtcentrale. 

Deze nieuwe industriële tak waarbij kobalt tot fijn stof werd gemalen en verwerkt werd in keramische glazuren en de glasproductie ... vond algauw afname in andere gerenomeerde Europese porseleinfabrieken.Intens kobaltblauw wordt niet voor niets koningsblauw genooemd.  

In de eerste helft van de 19e eeuw was de kobalt-industie samen met de visserij een van de grootste bronnen van inkomsten voor Noorwegen. 
Duitse porseleinfabrieken gebruikten kobalt als ondergrond decor gecombineerd met vergulde patronen.

In 1790 kreeg Royal Copenhagen van de koning de opdracht om een "Flora Danica" eetservies te ontwerpen met vergulde randen en botanische motieven. Het was bedoeld als geschenk voor Catharina de Grote en andere diplomatieke aangelegenheden. 

In 1851 toonde Royal Copenhagen zijn productie op The Great Exhibition in Londen.  

In 1868 als gevolg van de privatisering van koninklijke bedrijven, kwam de Royal Porcelain Factory in particuliere handen.de aanduiding "koninklijk" werd echter behouden.  

In het midden van de 19e eeuw stonden vele grote Europese porseleinbedrijven over het algemeen zeer sceptisch ten opzichte van artistieke ontwikkelingen zoals: het Japonisme en de Arts and Crafts-beweging. Ze concentreerden zich op serviesgoed en hadden vaak moeite om de overheersende invloed van de rococo- en neoklassieke stijlen te verwerpen. 

In de jaren 1870 bleven de meesten een eclectische verscheidenheid aan stijlen produceren, hoewel ze soms experimenteerden met glazuren zoals dat het geval was bij Meissen-porselein ... vanaf 1883 begon men er de eerste monochrome vazen te vervaardigen.   

Het eerste grote porseleinbedrijf dat zijn stijl serieus veranderde en radicale veranderingen doorvoerde was Royal Copenhagen. Het werd overgekocht door Aluminia een ander Deens aardewerk-bedrijf dat in 1863 werd opgericht. Beiden bleven hun eigen productie getrouw verder zetten.  

Arnold Krog, een jonge architect (schilder) zonder praktische ervaring in deze industrie, werd het jaar daarop benoemd tot artistiek directeur. Hij gaf aan kunstenaars de opdracht om allerhande vernieuwende ontwerpen te maken. De Japanse invloeden waren aanvankelijk erg sterk. 

Deze nieuwe creaties wonnen al gauw prijzen op verschillende internationale tentoonstellingen. 
Het nieuwe porselein werd in 1889 getoond op de Wereldtentoonstelling in Parijs, waar het werd bekroond met de Grand Prix. In 1893 presenteerde de fabriek zijn nieuwe glazuren op de Chicago World's Fair met groot succes. 

De fabriek beheerste ook de craquelétechniek in Perzisch blauw, slangengrijs en roodbruin. De nieuwe effecten pasten goed bij de esthetiek van het begin van de 20e eeuw, waardoor Royal Copenhagen zijn internationale doorbraak maakte en winkels opende in Parijs, New York en Londen.    

Kort na de overname van Aluminia werd de productie van Royal Copenhagen verplaatst naar een modern fabrieksgebouw op de locatie van Aluminia in Frederiksberg, aan de rand van Kopenhagen.

In 1972 nam Royal Copenhagen de zilversmederij van Georg Jensen over.  

In 1985 Holmegaard Glass Factory.  

In 1987 fusie met Bing & Grøndahl.  

Royal Copenhagen maakte deel uit van een groep Scandinavische bedrijven en was eigendom van een Deens privaat equity-fonds Axcel.

In 2012 verkocht Axcel Royal Copenhagen aan het Finse beursgenoteerde bedrijf Fiskars opgericht in 1649.

Het bedrijf produceert zijn producten nu in Thailand.