zondag 17 november 2024

#Worcester #Royal #Porcelain Co. Ltd..

Van alle keramiekfabrieken die in Engeland floreerden tijdens de ‘Industriële Revolutie’ is er één bij die qua: innovatie, kwaliteit en cliënteel toch wel tot de top van deze industrietak behoorde … namelijk: ‘The Worcester Porcelain Company’,  

Deze onderneming werd in 1751 opgericht door Dr. John Wall (arts) en zijn zakenpartner William Davis (apotheker en latere directie), tesamen met een ander aantal investerende zakenlieden. 

De fabriek was gelegen in Warmstry-House (Worcester) aan de oevers van de rivier de Severn (transport-pluspunt) … meer dan tweeënhalve eeuw heeft dit bedrijf zich weten stand te houden in woelige tijden en zware economische crisissen.   

Dr. Wall was een getalenteerd man: arts, ontwerper, schilder en bovendien succesvol zakenman. Hij was getrouwd met Catherine, de nicht van baron Samuel Sandys en had ook goede connecties in de commerciële wereld, wat betekende dat hij verschillende investeerders kon aantrekken om de fabriek in Worcester snel op te richten.  

Gedurende deze aanvangsperiode introduceerde men allerlei recepten om de productie van Chinees porselein te kunnen imiteren en zo andere Europese concurrenten waaronder Meissen voor te blijven..   

Succesvolle zogenaamde zachte pasta-recepten omvatten mengsels van kaolien (China clay), zeepsteen (metamorf gesteente dat beter bestand was tegen de hitte), kwarts, veldspaat en frit of glas gebakken op temperaturen tussen 1100 en 1250 °C. Het resulterende keramische lichaam was semi-doorschijnend en van uitzonderlijke kwaliteit.   

Gebruiksvoorwerpen in onderglazuurblauw en wit geproduceerd vanaf 1755 behoren tot meest gewilde; ze werden later vergezeld door een toenemend assortiment van transfer-gedrukte artikelen en decoratieve 'kaststukken' in overglazuur-emaille.   

In 1783 werd de fabriek gekocht door Thomas Flight (de voormalige Londense verkoopagent van het bedrijf en juwelier van de koninklijke familie) voor £ 3.000. Zijn zonen John (bedrijfshoofd) en Joseph runden deze business. Deze periode zag de introductie van nieuwe stijlen geïnspireerd door concurrentie uit Frankrijk.   

In 1788 werd de fabriek bezocht door King George III en kreeg ze de koninklijke erkenning: ‘Royal Worcester’. Deze titel werd voortdurend herzien en vernieuwd bij elke verandering van monarch.  

Na de dood van John Flight in 1791 trad Martin Barr als zakenpartner toe tot het bedrijf. Tijdens deze periode produceerden de fabrieken onder verschillende bedrijfsnamen en werkten ze samen met de Chamberlain en Grainger fabrieken.  

De ontwikkeling van de keramische kunst zette zich voort tijdens de 'Flight & Barr-periode’ met het accent op polychrome versieringen en een flamboyantere stijl.   

In de jaren 1780 en 1790 werd Worcester ook steeds populairder onder de Britse adel en de groeiende middenklasse. De prins en prinses van Wales behoorden tot de klanten. Het raakte in de mode om iemands rijkdom te etaleren in landgoederen en wapenschilden op het servies. 

De lijst van porseleinschilders uit Worcester die in de 18e en vroege 19e eeuw in dienst waren is dan ook niet onaanzienlijk … één ervan was John Pennington.   Onder de Pennington-ontwerpen bevindt zich een 260-delig servies dat in 1790 in opdracht werd gegeven door ZKH Prins William, hertog van Clarence, die later koning Willem IV werd (regeerde van 1830 tot 1837).   

De hertog betaalde 800 guineas voor het servies dat iets meer dan een jaar later bij hem werd afgeleverd. Het ontwerp toont Hope - een figuur uit de Griekse mythologie - geschilderd in monochrome stijl met behulp van de door Frankrijk geïnspireerde grisaille (in grijstinten). Het figuur van Hope wordt afgebeeld in verschillende poses met een anker en vaak een schip in de verte. De borden hebben een ingedeukte rand en zijn versierd met een formele blauwe band en vergulding rond de rand.  

Na een zware brand in 1850 werd de wederopbouw gestart door de nieuwe eigenaars: William Henry Kerr en Richard William Binns.    

De Royal Worcester Porselein Company ‘Limited’ werd tot stand gebracht in 1862. Vanaf die jaren kon het bedrijf zich op de markt vestigen, het behaalde verschillende successen tijdens de Wereldtentoonstellingen van  1873 en 1876 en 1878. 

Royal Worcester introduceerde tevens ook een nieuw materiaal genaamd Parian, het bracht een revolutie teweeg in het creëren van figuren.   

In het begin van de 20e eeuw hanteerde Royal Worcester een traditionele benadering van vormen en decoraties. Het populairste patroon van Royal Worcester was "Evesham Gold", dat voor het eerst werd aangeboden in 1961, met de herfstvruchten van de Vale of Evesham, voorzien van fijne gouden banden op een "oven to table"-lichaam.   

Na de fusie met Spode in 1976 en vanwege de zware overzeese concurrentie werd de productie verplaatst naar fabrieken in Stoke en het buitenland.   

In 2003 werden 100 personeelsleden ontslagen en in 2005 vertrokken er nog eens 100.   

Vijftien porseleinschilders verlieten op vrijdag 29 september 2006 de fabriek aan de Severn Street, samen met 100 andere werknemers.   

Het bedrijf ging op 6 november 2008 failliet.  

Royal Worcester is sinds 23 april 2009 onderdeel van de Portmeirion Pottery Group (een aardewerk- en huishoudelijke artikelenbedrijf gevestigd in Stoke-on-Trent), die merknaam en intellectuele eigendom ervan hebben overgenomen  

Deze groep is nog steeds actief op de markt in de sector van luxe serviezen en geschenkartikelen … de productie in Worcester zelf is beëindigd.   

De voormalige locatie van de fabriek omvat nu het ‘Museum of Royal Worcester’. Het museum herbergt 's werelds grootste collectie Worcester-porselein. De collecties, archieven en verslagen van de fabrieksproductie, vormen de primaire bron voor de studie van Worcester-porselein.   

Het Museum of Royal Worcester heeft een indrukwekkende collectie van meer dan 10.000 objecten die tussen 1751 en 2009 zijn gemaakt. Deze objecten bieden een uitgebreid overzicht van de evolutie van de porseleinproductie in Worcester door de eeuwen heen. De collectie van het museum wordt tentoongesteld in drie permanente galerijen: de Georgian Gallery, de Victorian Gallery en de Twentieth Century Gallery.  

Kunstenaars en ontwerpers die voor de fabriek werkten, waren onder andere: Thomas Baxter, William Billingsley, John Stinton, David Bates, James Hadley, Christopher Dresser, Charles Baldwin, Harry Davis en Peter Ewence, Frederick Gertner, Dorothy Doughty, Freda Doughty, Doris Linder, Eileen Soper,    

Het aanvangsfabrieksmerk voor Royal Worcester porselein heeft het nummer 51 in het midden. Dit is om het jaar aan te geven waarin het bedrijf werd opgericht. Markeringen zonder het gebruik van 'Royal' duiden dus op een heel vroeg stuk.  

Het basismarkeringssysteem voor Royal Worcester ontstond in 1862, het gekroonde wapen van vier verbonden W's. In 1891 werden de woorden Royal Worcester England rond het wapen toegevoegd. 1892 en elk volgend jaar daarop werd er een stip toegevoegd bij de kroon. In 1916 werden alle stippen vervangen door een paarskleurige ster en werd er voor elk volgend jaar een stip toegevoegd.   

Omdat er zo'n grote keuze is, is het verzamelen van Worcester-stukken heel divers. Het is mogelijk om te verzamelen op: patroon, op type decoratie of op datum. Sommige mensen kiezen alleen voor onderglazuurblauw of bedrukte waren, anderen willen voorbeelden verzamelen van elk patroon dat de fabriek produceerde. Sommige kopers verzamelen stukken met herdenkings- of politieke decoratie of van speciaal bestelde diensten. 



















donderdag 17 oktober 2024

Faïencerie d’art de #Sainte-Radegonde en #Touraine.

Frédéric Gustave #ASCH (1856 -1911).  

Frédéric Gustave Asch was in 1883 decorateur en keramist te #Tours. In die tijd maakte hij imitaties van ‘Oiron-aardewerk’ en Saksisch porselein. Daarnaast gaf hij ook decoratielessen over aardewerk en porselein. 

Vier jaar later in 1887 verplaatste hij zijn atelier naar Sainte-Radegonde …. een voorstad van Tours, gelegen op zowat drie kilometer afstand ervan en in de nabijheid van het klooster 'Marmoutier'. 

Hij installeerde er de apparatuur die nodig was voor het opstarten van een kunst-aardewerkfabriek, de wel bekende faïencerie de Sainte-Radegonde. 

Asch was de uitvinder van de ‘blue de four’… blauwe ovenemail die hij commercialiseerde onder de naam ‘blue de Tours’. Dit donkerblauwe email gelijkt erg op het beroemde "blue de Sèvres". 

De uitzonderlijke combinatie van goud-verguld, zilver en de ‘blue de Tours’ kenden een immens succes. De goud/zilveren vormen werden geaccentueerd door de blauwe emaille achtergrond. 

Ook zijn ‘Empire green’ en zijn ‘peacock-blue’ zijn ons niet onbekend. 

De naam Asch wordt in het Frans uitgesproken als ‘hache’ … wat in het Engels een bijl betekent, Zijn producten waren onderaan dan ook getekend met de afbeelding van een bijl. 

Hij werkte ook samen met Charles Marie Raoul HEARD de BOISSIMON, directeur van de aardewerkfabriek in Langeais, talrijke vormstukken werden er aangekocht om ze te versieren.   

Hij verkocht zijn bedrijf in 1893 aan Herbinière, een gepatenteerde keramist van de vakschool van Vierzon. 

In de jaren 1920 nam l'Atelier Primavera … de meubel- en decoratiewerkplaats van het Parijse warenhuis Printemps (45 werknemers) … het merkteken van Sainte-Radegonde over … zo bleef men de stempel "hache-axe" gebruiken.  

Deze fabrikant hield in 1986 op te bestaan. 

p.s. Over de geschiedenis van dit bedrijf is bijzonder weinig geweten … zij die op een of andere manier willen bijdragen tot de verrijking van de kennis hierover … mogen altijd reageren op dit blogartikel. Met graagte zal ik hun reactie publiceren.











zaterdag 14 september 2024

Crown #Staffordshire #Porcelain Co Ltd. and Crown #Staffordshire #China Co Ltd.

Binnen een gebied van iets meer dan 30 vierkante kilometer in North Staffordshire waren de zes steden: Burslem, Fenton, Hanley, Longton, Stoke-upon-Trent en Tunstall gezamenlijk bekend als 'The Potteries'.   
Eind 17e eeuw was de aardewerkproductie er al bezig het lokale landschap vorm te geven. Dankzij verschillende soorten goede kleilagen in de bodem groeide deze industrie al snel uit tot een van de opmerkelijke ontwikkelingen van de ‘Industriële Revolutie’ in Groot-Brittannië.  

Met de ontwikkeling van kanaaltransportsystemen werden plattelandsgebieden rond en tussen de zes steden overgegeven aan groeiende clusters van pottenbakkerijen die bakstenen, tegels en huishoudelijk aardewerk produceerden.   

De familie Adams uit North Staffordshire is de oudste pottenbakkersfamilie waarover er gegevens terug te vinden zijn. In de 19e eeuw had deze talrijke fabrieken in de ‘Potteries’  waaronder een tegelbakkerij in Tunstall, de meest noordelijke stad.   

De flesvormige ovens domineerden de industriële skyline van de ‘Potteries’ van de jaren 1800 tot de jaren 1960. Geschat wordt dat er in de zes steden meer dan 1000 flessenovens in bedrijf waren. De ‘Clean Air Act’ van 1956 betekende echter het einde van de rokerige, op kolen gestookte ovens, omdat de fabrieken in plaats daarvan overschakelden op gas en elektriciteit. 

Geen twee flessenovens waren precies hetzelfde. Ze werden allemaal gebouwd volgens de behoeften van de fabriek en de beschikbare ruimte. Sommige kleine fabrieken hadden slechts drie flessenovens, andere hadden er wel 25.   

De kleine pottenbakkerijen maakten gebruik van de directe verkoop vanuit de fabriek, van marskramers en straathandelaren om hun waren te verkopen. Ze reisden van deur tot deur of zaten een 'pop-up'-kraam op en vormden zodoende een essentiële verbinding met verspreide plattelandsgebieden of armere wijken van steden en dorpen, waardoor meer huishoudens de kans kregen om goedkope potten te kopen.  

Na deze algemene interessante situering hierboven keren wij terug naar de ontstaansgeschiedenis van het Crown Staffordshire porselein, aardewerk en steengoed’.  

Rond 1790 begon ook Thomas Green met het maken van aardewerk in Burslem.  Hij kocht er de ‘Churchyard Works’ in 1795 aan en vervaardigde daar aardewerk.  

Het gezin verhuisde in 1812 naar Somerset, maar Thomas junior keerde in 1822 terug naar Staffordshire en zou er hebben gewerkt voor Matthew Mayer (Shelton), Mintons, Copeland en Wedgwood.   

In 1833 huurde Thomas Green (junior) de ‘Minerva Works’ in Fenton, waar hij samen met vier van zijn zonen begon met de productie van 'bone china'. Het bedrijf bleef op die locatie voor de rest van zijn geschiedenis.  

Nadat Thomas Green junior in 1859 overleed, leidde zijn weduwe Margaret het bedrijf nog altijd samen met haar vier zonen gedurende de volgende 17 jaar, het stond bekend als: ‘M. Green & Co'. Het moet een succesvolle onderneming zijn geweest, want in 1863 kocht ze de ‘Minerva Works’ aan, die tot die tijd werd geleased.   

Na Margareta’s dood in 1876 kochten twee van haar zonen, Thomas Allen en Spencer, hun broers uit en werd het bedrijf ‘TA & S Green’.  
Thomas Allen Green richtte showrooms in Londen op, bekend als 'Green Bros'. en 'Edis'. Deze showrooms vertegenwoordigden ook andere fabrikanten, bijvoorbeeld in 1929 waren ze bekend om het tentoonstellen van waren van 'AG Richardson & Co. Ltd'. De showrooms waren gevestigd op 46, Holborn Viaduct. EC1, Londen.  

Crown Staffordshire Porcelain Co Ltd’ Fenton 1889-1948.
 
Dit bedrijf volgde ‘TA en S. Green’ op bij de Minerva Works, Park Street, Fenton, waar porselein van goede kwaliteit werd geproduceerd.
Tegen de eeuwwisseling produceerde het bedrijf een breed scala aan producten van botporselein, waaronder: thee- en koffieserviezen, miniaturen, vazen, bestekgrepen, deurbeslag en bloemenmanden van porselein. Evenals verschillende: figuur-, dier- en vogelmodellen en miniatuurstukken.  
Het bedrijf werd in 1903 een besloten vennootschap. 

Zowel voor als tijdens de Tweede Wereldoorlog produceerde het bedrijf badges voor de kantines van de strijdkrachten, waaronder de Britse en Canadese marine. 

In juni 1945 kreeg Crown Staffordshire een licentie om 'fancies' te produceren voor de binnenlandse markt.   

In 1946 werd een fabriek in Heron Cross gekocht om de productie van gedecoreerde waren na de oorlog te verhogen, voornamelijk voor de export. De flessenovens werden daar vervangen door tunnelovens.     

Crown Staffordshire China Co Ltd Fenton 1948-1985. 

In 1948 werd de naam van het bedrijf veranderd in ‘Crown Staffordshire China Co. Ltd’. Het bedrijf bleef eigendom van en werd gerund door de familie Green. Er werden twee dochterondernemingen opgericht, in Canada en Amerika, om de distributie in het buitenland te controleren.   

In de jaren 1950 werd driekwart van de totale productie geëxporteerd. Er werden agenten ingezet in: Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en België.   

In 1952 werd ‘Crown Staffordshire China Co. Ltd’. door de Pottery Gazette and Glass Trades Review beschreven als de grootste producent van porseleinen bloemen in de Potteries. 

Er waren meer dan 200 mensen werkzaam op de decoratieafdeling van de fabriek.   Het bedrijf bleef eigendom van en werd gerund door de familie Green tot in 1965, toen het het verkocht werd aan ‘Semart Importing Co’. gevestigd in New-Jersey United States of America. 

Semart was een importeur van serviesgoed en kocht tegelijkertijd ‘Crown Staffordshire China Co’ en ook ‘Wedgwood & Co’ op.  Hij bleef echter de naam ‘Crown Staffordshire’ gebruiken totdat het bedrijf rond 1973 onderdeel werd van de (Josiah) Wedgwood Group.   

Wedgwood gebruikte de naam ‘Crown Staffordshire’ voor speciale producten tot ongeveer 1985. 

Toen de productie van ‘Coalport-waren’ (onderdeel van de Wedgwood Group) werd verplaatst naar de Minerva Works verdween de naam ‘Crown Staffordshire’.  

Een bezoek aan ‘Middleport Pottery’ in Stoke-on-Trent biedt u een kijkje in de werkende Royal Staffordshire-fabriek en het museum, waar u getuige kunt zijn van het ingewikkelde pottenbakkersproces. Ondanks het omarmen van moderne technologie, blijft Royal Staffordshire Pottery toegewijd aan het behouden van zijn traditionele vakmanschap, en zorgt het voor de productie van diverse en uitzonderlijke keramische creaties. Deze toewijding aan kwaliteit heeft Royal Staffordshire Pottery tot een gewild verzamelobject gemaakt voor keramiekliefhebbers van over de hele wereld.  

The Potteries Museum & Art Gallery in Hanley omvat de grootste collectie Staffordshire-keramiek ter wereld.