Deze manufactuur richtte zich in het bijzonder op de productie van kunst- en sieraardewerk, zoals vazen, bloempotten, (dier)plastieken enzovoort ... allen gedecoreerd met motieven beïnvloed door de ‘De Stijl’ … een Nederlandse kunststroming waartoe o.a.Theo van Doesburg, Piet Mondriaan, Vilmos Huszar, Bart van der Leck en Gerrit Rietveld behoorden.
In menig Nederlands interieur kon men in die revival-periode na de grote oorlog prachtige sierobjecten aantreffen met geometrische decors van rechthoekjes, driehoekjes samen met doorlopende banden in de heldere kleuren oranje, geel, groen en blauw op een roomkleurige of grijze achtergrond. Vaak zijn de decors in aanvang nog experimenteel maar door de snelle groei van het bedrijf werden ze vanaf de tweede helft van de jaren twintig seriematig vervaardigd.
In het plaatselijke gemeentemuseum ‘#Museum_Kennemerland’ kunt u nog een unieke collectie van dit modernistische en stijlvolle aardewerk bewonderen … ook het goedkopere crisisaardewerk uit de jaren dertig, voorzien van koudlak of éénmalig op lagere temperatuur gebakken, eist hierin zijn geschiedkundig plaatsje op.
In het kort de geschiedenis van deze fabriek.
De ‘Potterie Kennemerland’ te Velsen-Noord werd in 1920 opgericht door Koen Mertens (1889-1953) en Eelke Snel (1899-1939). Beiden waren eerder dat jaar betrokken bij de opstart van de ‘Vier Paddenstoelen’ te Utrecht.
Na een jaartje samenwerken liepen de visies van beide stichters over de richting die het bedrijf moest inslaan stilaan uit elkaar. Koen Mertens was voorstander van een kleinschalige fabriek met de productie van exclusieve, handgedraaide objecten … Eelke Snel daarentegen wilde op fabrieksmatige wijze produceren. Mertens bleef nog een paar jaren als freelance ontwerper met Eelke Snel samenwerken, maar in 1924 ging deze laatste alleen aan de slag met de productie van eenvoudig, mooi, modern, zakelijk sier- en gebruiksaardewerk voor de beurs van Jan Modaal.
Tot 1929 was de fabriek kleinschalig met een 25-tal werknemers, daarna werd de productie meer industrieel aangepakt met als gevolg een grotere tewerkstelling.
Na het aantrekken van de Duitse vormgever Carl Joseph Gellings (1892-1959) als freelance ontwerper werden de wat eenvoudige modellen aangevuld met kunstzinniger ontwerpen. De vormgeving en versiering van zijn veelal expressionistische ontwerpen sluit aan bij de stijl van de Amsterdamse school. Gedurende korte tijd heeft ook Willem Stuurman een aantal ontwerpen geleverd die van een zelfde verschijningsvorm getuigen.
Tot aan het faillissement in 1932 (algemene economische malaise) heette het bedrijf ‘Kennemer Pottenbakkerij’ of ‘n.v. Kennemer Potterij (Plateel Noord-Holland)’. Nadien volgde er een doorstart met als nieuwe handelsnaam E. Snel. Het aardewerk dat eerst prachtige geometrische motieven had werd nu via sjablonen of spuitglazuur gedecoreerd.
Kort na een tweede faillissement van dit bedrijf in 1936 overleed Snel en werd de fabriek door twee plateelschilders (vroegere werknemers) te weten Johannes van Vliet en Hendrikus de Vrind nog enkele jaren verdergezet in Sassenheim onder de naam ‘Kunstaardewerkfabriek Velsen.’
Als de Duitsers in 1943 het bedrijfspand vorderden voor oorlogsdoeleinden, werd er verhuisd naar Sassenheim. In een oude bollenschuur trachtte men er met de overgebleven mallen en machines de productie verder te zetten onder de naam ‘Keramiekfabriek Velsen’. Deze viel echter volledig stil gedurende de tweede wereldoorlog.
Maar Kennemers zijn taaie klanten en volhouders … na deze desastreuze oorlog begon men met de productie van Delfts aardewerk in de kleuren blauw, rood en groen soms met vergulde accenten. De decoraties op tegels en borden werden aangebracht met de hand en niet meer met transfers. Afbeeldingen van Frans Hals, Rembrandt, Vermeer, de molen aan de plaatselijke Vliet werden erop aangebracht.
Na het overlijden van Van Vliet kwam de fabriek in handen van de heer Steketee (een outsider) die meer het accent op massagoed legde.
In 1953 verwoest een grote brand de schilderzaal en een groot deel van de fabriek. Om het productieproces door te laten gaan werken de schilders tijdelijk vanuit het vlakbij gelegen 'café Juffermans' aan de Warmonderdam. De fabriek werd gedeeltelijk herbouwd en de zaken kwamen weer vlotjes op gang.
Eind jaren ‘80 maakte de ontwerpstudio modern vormgegeven objecten en werd kunstenares Judith Rigtrer aangetrokken, die een meer artistieke lijn ging ontwikkelen.
In 1993 sloeg het noodlot weerom toe, een tweede brand verwoestte de fabriek en de vraag naar #Delfts_aardewerk zat in een neerwaartse spiraal. Toen Wim van Baarle de fabriek overnam in 1995 werd er nog weinig handgeschilderd en steeds meer in opdracht geproduceerd. Het nieuwe Velsen had in 1997 nog maar drie medewerkers in dienst, maar voor het eind van 1998 was dat aantal verdriedubbeld en kwam Wim Neuteboom van de Porceleyne fles de crew versterken. Er werd sieraardewerk zoals kandelaars, kaststellen en eigentijds serviesgoed vervaardigd, vaak met effen kleur maar ook in meerkleurig delftsblauw.
Tenslotte sluit de fabriek definitief haar deuren in 2002.
Groeten,
Meindert
In menig Nederlands interieur kon men in die revival-periode na de grote oorlog prachtige sierobjecten aantreffen met geometrische decors van rechthoekjes, driehoekjes samen met doorlopende banden in de heldere kleuren oranje, geel, groen en blauw op een roomkleurige of grijze achtergrond. Vaak zijn de decors in aanvang nog experimenteel maar door de snelle groei van het bedrijf werden ze vanaf de tweede helft van de jaren twintig seriematig vervaardigd.
In het plaatselijke gemeentemuseum ‘#Museum_Kennemerland’ kunt u nog een unieke collectie van dit modernistische en stijlvolle aardewerk bewonderen … ook het goedkopere crisisaardewerk uit de jaren dertig, voorzien van koudlak of éénmalig op lagere temperatuur gebakken, eist hierin zijn geschiedkundig plaatsje op.
In het kort de geschiedenis van deze fabriek.
De ‘Potterie Kennemerland’ te Velsen-Noord werd in 1920 opgericht door Koen Mertens (1889-1953) en Eelke Snel (1899-1939). Beiden waren eerder dat jaar betrokken bij de opstart van de ‘Vier Paddenstoelen’ te Utrecht.
Na een jaartje samenwerken liepen de visies van beide stichters over de richting die het bedrijf moest inslaan stilaan uit elkaar. Koen Mertens was voorstander van een kleinschalige fabriek met de productie van exclusieve, handgedraaide objecten … Eelke Snel daarentegen wilde op fabrieksmatige wijze produceren. Mertens bleef nog een paar jaren als freelance ontwerper met Eelke Snel samenwerken, maar in 1924 ging deze laatste alleen aan de slag met de productie van eenvoudig, mooi, modern, zakelijk sier- en gebruiksaardewerk voor de beurs van Jan Modaal.
Tot 1929 was de fabriek kleinschalig met een 25-tal werknemers, daarna werd de productie meer industrieel aangepakt met als gevolg een grotere tewerkstelling.
Na het aantrekken van de Duitse vormgever Carl Joseph Gellings (1892-1959) als freelance ontwerper werden de wat eenvoudige modellen aangevuld met kunstzinniger ontwerpen. De vormgeving en versiering van zijn veelal expressionistische ontwerpen sluit aan bij de stijl van de Amsterdamse school. Gedurende korte tijd heeft ook Willem Stuurman een aantal ontwerpen geleverd die van een zelfde verschijningsvorm getuigen.
Tot aan het faillissement in 1932 (algemene economische malaise) heette het bedrijf ‘Kennemer Pottenbakkerij’ of ‘n.v. Kennemer Potterij (Plateel Noord-Holland)’. Nadien volgde er een doorstart met als nieuwe handelsnaam E. Snel. Het aardewerk dat eerst prachtige geometrische motieven had werd nu via sjablonen of spuitglazuur gedecoreerd.
Kort na een tweede faillissement van dit bedrijf in 1936 overleed Snel en werd de fabriek door twee plateelschilders (vroegere werknemers) te weten Johannes van Vliet en Hendrikus de Vrind nog enkele jaren verdergezet in Sassenheim onder de naam ‘Kunstaardewerkfabriek Velsen.’
Als de Duitsers in 1943 het bedrijfspand vorderden voor oorlogsdoeleinden, werd er verhuisd naar Sassenheim. In een oude bollenschuur trachtte men er met de overgebleven mallen en machines de productie verder te zetten onder de naam ‘Keramiekfabriek Velsen’. Deze viel echter volledig stil gedurende de tweede wereldoorlog.
Maar Kennemers zijn taaie klanten en volhouders … na deze desastreuze oorlog begon men met de productie van Delfts aardewerk in de kleuren blauw, rood en groen soms met vergulde accenten. De decoraties op tegels en borden werden aangebracht met de hand en niet meer met transfers. Afbeeldingen van Frans Hals, Rembrandt, Vermeer, de molen aan de plaatselijke Vliet werden erop aangebracht.
Na het overlijden van Van Vliet kwam de fabriek in handen van de heer Steketee (een outsider) die meer het accent op massagoed legde.
In 1953 verwoest een grote brand de schilderzaal en een groot deel van de fabriek. Om het productieproces door te laten gaan werken de schilders tijdelijk vanuit het vlakbij gelegen 'café Juffermans' aan de Warmonderdam. De fabriek werd gedeeltelijk herbouwd en de zaken kwamen weer vlotjes op gang.
Eind jaren ‘80 maakte de ontwerpstudio modern vormgegeven objecten en werd kunstenares Judith Rigtrer aangetrokken, die een meer artistieke lijn ging ontwikkelen.
In 1993 sloeg het noodlot weerom toe, een tweede brand verwoestte de fabriek en de vraag naar #Delfts_aardewerk zat in een neerwaartse spiraal. Toen Wim van Baarle de fabriek overnam in 1995 werd er nog weinig handgeschilderd en steeds meer in opdracht geproduceerd. Het nieuwe Velsen had in 1997 nog maar drie medewerkers in dienst, maar voor het eind van 1998 was dat aantal verdriedubbeld en kwam Wim Neuteboom van de Porceleyne fles de crew versterken. Er werd sieraardewerk zoals kandelaars, kaststellen en eigentijds serviesgoed vervaardigd, vaak met effen kleur maar ook in meerkleurig delftsblauw.
Tenslotte sluit de fabriek definitief haar deuren in 2002.
Groeten,
Meindert