zondag 23 augustus 2015

Manufacture de Céramiques Décoratives de #Hasselt.

#Hasselt (hoofdstad van de Belgische provincie Limburg) roept bij ons allen de associatie op met #jenever en #speculaas ... maar veel minder met #keramiek. Nochtans produceerde men er vanaf 1895 tot 1953 bijzonder kwaliteitsvolle keramiek.

De ‘Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt’ ook wel gekend onder de naam ‘Majoliques de Hasselt’ is eigenlijk ontstaan uit de voormalige Hasseltse porseleinfabriek ‘Porcelaines du Limbourg’ ... die van 1890 tot 1893 maar een kort bestaan kende.

In 1890 werd er op enkele percelen hooiland gelegen tussen het begijnhof en de boulevard een porseleinfabriek opgericht, meer bepaald op de hoek van de huidige Badderij- en Martelarenlaan.
De aandeelhouders waaronder jeneverstokers Florent Villers.  Guilaume Fryns en André Claes, drukker-uitgever Ceyssens, baron Whetnall, Charles Stiels e.a. hadden het plan opgevat na dit faillissement de fabriek een tweede leven te geven. Ze haalden de ontbonden ‘Manufacture de Céramiques de Cureghem-lez-Bruxelles naar Hasselt. Het leidende trio van #Curegem: Henri Badoux, Arille de Gallaix en architect-ingenieur Célestin #Helman brachten hun kennis, materiaal (mallen en alaam) mee in de heropstart van de fabriek.

In die periode kwam de art nouveau volop tot bloei in ons land.
De Hasseltse fabriek zag het gat in de markt en produceerde als een van de eersten in die stijl keramiek van uitzonderlijk goede kwaliteit met kenmerkend druipglazuur.

Rijk gedecoreerde vazen met oplegwerk, overpotten, sierborden ...  architecturale keramiek zoals: geglazuurde baksteen, tegels, gevelpanelen, armaturen ... publicitair materiaal zoals: reclameschotels voor jeneverproducenten , stopen en kruiken zagen er het levenslicht.

In deze glorierijke aanvangsjaren werkten er zowat 130 mensen en was het bedrijf daarmee één van de grootste Belgische keramiekfabrieken destijds.

Op wereldtentoonstellingen in #Antwerpen, #Luik, #Milaan en #Bologne was de Hasseltse keramiekfabriek goed vertegenwoordigd met grote en bezienswaardige standen.

Zelfs de beroemde Luikse architect, interieurvormgever en designer Gustave #Serrurier-Bovy deed beroep op de Hasseltse keramiekfabriek voor de productie van keramische inzetelementen bij zijn ontwerpen allerhande. 
In 1910 was er zelfs een Brusselse interieurwinkel ‘Serrurier & Cie - Treurenberg’ waar er heel wat Hasselts aardewerk verkocht werd.

Na de eerste wereldoorlog bij het afsluiten van het art nouveau-tijdperk en de opkomst van de art deco werd het accent verlegd op de productie van tegel- en sanitaire installaties. Vele douchecellen voor kazernes, mijngebouwen, fabriekshallen enz. werden met Hasseltse tegeltjes bezet. Het werknemersaantal was toen al gereduceerd tot een zeventigtal personen.

Na de tweede wereldoorlog kwam het bedrijf zoals vele andere keramiekfabrieken in ons land in een neerwaartse spiraal terecht. De opkomst van sier- en gebruiksvoorwerpen uit kunststof met een swingender en hedendaagser design veroverden stilaan de Europese afzetmarkt.De concurrentie met buitenlands firma’s werd bikkelhard en aandeelhouders wilden niet meer investeren in vernieuwingen. Het opkomend milieubewustzijn deed na een aantal aanhoudende klachten de deuren van de keramiekfabriek in 1954 definitief sluiten.

De stad Hasselt kocht nadien het complex aan en gaf het uiteenlopende bestemmingen. In 1954 vond Philips er een tijdelijk onderkomen in afwachting van de bouw van zijn nieuwe fabriek op de Kempische Steenweg.

Uiteindelijk verkocht de stad Hasselt deze site in 1964 aan het provinciebestuur Limburg, die de gebouwen in 1975 liet afbreken en er in 1979 de nieuwe Provinciale Bibliotheek Limburg opende.

Groeten,
Meindert




voormalige kantoren
 
Serrurier-Bovy 
 
 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten