Hij huwde op 16 augustus 1897 ... in zijn huwelijksakte stond als beroep vermeld: ‘keramist’. Hij was autodidact en ging na verschillende stages in aardewerkbedrijven werken in ‘ L’Hospied et Cie' te Golfe-Juan, een fabriek waar men gebruiks- en sieraardewerk produceerde en dat heden tendage nog steeds in bedrijf is.
Toen hij terugkeerde naar Vierzon, werd hij tewerk gesteld als bediende in de fabriek ‘Bouvier’ waar men grès en majolica produceerde.
Nadien begon hij een eigen atelier in de rue Camille-Desmoulins waar hij werd geholpen door zijn vrouw, in een kleine keramiekoven bakte hij zijn eerste majolica en witte email sierobjecten. Kenmerkend uit die tijd was het gebruik van zijn metaalglazuur.
Zijn inschrijving in de kamer van koophandel als "Manufacture de grès flammés" waarvan hij bedrijfsleider was, met een startkapitaal van 500.000 FF, gebeurde op 1 februari 1909.
In die tijd was Vierzon een centrum van talrijke (kleine en grote) familiale kleiverwerkingsbedrijven, waar men: kleipasta, industrieel aardewerk, porselein, majolica, aardewerk enzovoort produceerde. Door zich Vierzon te vestigen, wist René Denert zich te omringen met bekwame vakmensen, ook steenkool om de ovens te stoken was in de nabijheid, deze werd gedolven uit het bekken van Blanzy en via het kanaal van Berry per schip vervoerd.
Een 670-tal objecten uit de voormalige catalogussen zijn door zijn handen en geest ontworpen. Hij tekende ze, beeldhouwde ze en voorzag ze van zijn eigen prachtige satijn- en metaalglazuur. Enkel de mens- en dierenfiguren werden door bevriende kunstenaars ontworpen, waaronder de dierkunstenares ‘Marie Calvet’.
Na de tweede wereldoorlog werden in zijn atelier ... door eigen designers ... likeurstellen en –kruiken in aardewerk of porselein ontworpen voor vermaarde bedrijven als 'Cointreau' e.a.
René Denert was een echte kunstenaar , bevriend met beeldhouwer Dalou, architect Karcher en porseleinfabrikant Marc Larchevêque. Hij was docent aan: ‘ l’École nationale professionnelle de Vierzon.’
Men mag gerust zeggen dat hij de drijvende kracht, stichter en inspiratiebron van het bedrijf was. Onder zijn deskundige leiding groeide het bedrijf snel uit, na de bouw van een eerste grote ’flesoven’ in 1918 volgde er een tweede en een derde , respectievelijk in 1920 en 1921. In dit laatste jaar kwam ook René-Louis Balichon, geboren te Vierzon-Ville op 9 juli 1885 ten tonele, hij werd manager en commercieel adviseur. Balichon was zeker geen kunstenaar of groot technicus zoals zijn baas, maar hij was zeer bezield door het bedrijf en begaan met de kwalitatieve productie. Er ontstond een voorbeeldige verstandhouding en samenwerking tussen beiden
‘La Société Denert & Balichon' werd in 1921 opnieuw ingeschreven in de kamer van koophandel op 6 januari en de samentrekking van hun beider namen leverde de nieuwe firmanaam ‘Denbac’ op.
Tijdens het interbellum kende het bedrijf een voorspoedige bloei. Drie ovens, gekwalificeerd personeel en een rijk gamma aan stijlvolle producten maakten het tot allereerste Franse sier- en kunstaardewerkfabriek. Het bedrijf telde toen der tijd vijfentwintig werknemers en exporteerde naar heel wat Europese landen zoals: Engeland, Zwitserland enz.. In de sjieke Parijse warenhuizen ‘Le Printemps en galerie Lafayette’ waren heel wat ‘Denbac’-producten terug te vinden : vazen, bonbonnières, schalen, serviezen, likeurflessen, dierenplastieken enz.
René Denert overleed onverwacht op 7 juni 1937, in zijn overlijdensakte stond als beroep 'industrieel' vermeld.
Tijdens de tweede wereldoorlog, werd zoals in vele andere bedrijven, alle bedrijvigheid stopgezet bij gebrek aan grondstoffen en mankracht.
‘La Société Denert & Balichon' werd in 1921 opnieuw ingeschreven in de kamer van koophandel op 6 januari en de samentrekking van hun beider namen leverde de nieuwe firmanaam ‘Denbac’ op.
Tijdens het interbellum kende het bedrijf een voorspoedige bloei. Drie ovens, gekwalificeerd personeel en een rijk gamma aan stijlvolle producten maakten het tot allereerste Franse sier- en kunstaardewerkfabriek. Het bedrijf telde toen der tijd vijfentwintig werknemers en exporteerde naar heel wat Europese landen zoals: Engeland, Zwitserland enz.. In de sjieke Parijse warenhuizen ‘Le Printemps en galerie Lafayette’ waren heel wat ‘Denbac’-producten terug te vinden : vazen, bonbonnières, schalen, serviezen, likeurflessen, dierenplastieken enz.
René Denert overleed onverwacht op 7 juni 1937, in zijn overlijdensakte stond als beroep 'industrieel' vermeld.
Tijdens de tweede wereldoorlog, werd zoals in vele andere bedrijven, alle bedrijvigheid stopgezet bij gebrek aan grondstoffen en mankracht.
In 1945 trachtte Roger Lavalley (krijgsgevange) het bedrijf samen met René-Louis Balichon opnieuw op te starten.
René-Louis Balichon overleed op 8 januari 1949 en liet zijn bedrijfsaandelen over aan zijn erfgenamen, deze waren totaal niet op de hoogte van het reilen en zeilen van een dergelijke onderneming. Roger Lavalley hield zich gedurende de volgende zeven jaar bezig met de technische problemen en het financieel beheer van het bedrijf.
Maar de tijden veranderden en de rendabiliteit van de onderneming ging in dalende lijn, dus moest er overgeschakeld worden van een artistieke, artisanale naar een meer industriële productie. Dit vergde te grote investeringen en modernisatie van het bedrijf. Stilstaan is achteruit gaan ... en Roger was het wellicht moe al de zware lasten alleen te moeten dragen.
In 1952 werd dit vermaarde bedrijf definitief gesloten ... nu kunnen wij enkel en alleen nog in het museum van Vierzon en bij talrijke verzamelaars van dit mooie en kunstzinnige aardewerk terecht om van dit alles te genieten.
René-Louis Balichon overleed op 8 januari 1949 en liet zijn bedrijfsaandelen over aan zijn erfgenamen, deze waren totaal niet op de hoogte van het reilen en zeilen van een dergelijke onderneming. Roger Lavalley hield zich gedurende de volgende zeven jaar bezig met de technische problemen en het financieel beheer van het bedrijf.
Maar de tijden veranderden en de rendabiliteit van de onderneming ging in dalende lijn, dus moest er overgeschakeld worden van een artistieke, artisanale naar een meer industriële productie. Dit vergde te grote investeringen en modernisatie van het bedrijf. Stilstaan is achteruit gaan ... en Roger was het wellicht moe al de zware lasten alleen te moeten dragen.
In 1952 werd dit vermaarde bedrijf definitief gesloten ... nu kunnen wij enkel en alleen nog in het museum van Vierzon en bij talrijke verzamelaars van dit mooie en kunstzinnige aardewerk terecht om van dit alles te genieten.
Groeten,
Meindert
Geen opmerkingen:
Een reactie posten