donderdag 18 juni 2015

De keramiekproductie te #Andenne.

Een prachtige stad gelegen in de Ardennen, aan de boorden van de #Maas, die de naam ‘Ville de la Céramique’ draagt en een lange traditie heeft in de ontginning en bewerking van klei.

In 1933 werd er een keramiekmuseum ‘Musée de la Céramique d’Andenne’ opgericht dat tot op de dag van vandaag jaarlijks een groot aantal bezoekers ontvangt en de herinnering aan het industrieel en artistiek verleden van de stad op dat terrein levendig houdt.

Het museum toont de geschiedenis van de ontginning en bewerking van klei, waaronder de vermaarde 'witte klei van Derle' die ondergronds gedolven werd en zijn verwerking tot gebruiks- en siervoorwerpen. Ook ruime aandacht wordt er besteed aan de verschillende stijlen en technieken uit de keramiekproductie.

In de elfde eeuw exporteerde Andenne reeds via de Maas keramische potten en kruiken naar Engeland, Estland, Letland en Litouwen (Baltische staten).

In de dertiende eeuw vervaardigde men ondoordringbaar keramisch steengoed voorzien van zoutglazuur, bekomen door toevoeging van zout bij het bakproces, waarbij het zout verdampt en een glazen neerslag vormt op het aardewerk.

In de veertiende eeuw werden de potten van een voet voorzien om ze direct in de oven te kunnen plaatsen ... voordien hadden ze een bolle onderkant.

In 1773 richtte Joseph Wauters er een faïencefabriek op genaamd: ‘Fabrique impériale et royale.’ Begin 19e eeuw startte men er met de productie van porseleinen voorwerpen. Door toevoeging van kaolin, kregen serviezen en andere objecten uit porselein een hoogwaardige kwaliteit. Zo kon het Andens porselein beter concurreren met het vermaarde Engels porselein.

De productie ervan werd ook sterk beïnvloed door die van Boch in Septfontaines (Luxemburg). De traditionele decor-motieven werden overgenomen, toch kende Andenne ook zijn origineel aardewerk voorzien van allerlei dierenafbeeldingen waaronder: koekoek, haan, rozendecors e.a. .

Er waren ook heel wat kleinere familiebedrijven aan de slag ... de meeste onder hen hebben de industriële revolutie eind negentiende eeuw niet overleefd. In 1855 sloot de laatste aardewerk- en porseleinfabriek de deuren ... op een paar lokale pijpenfabriekjes te na.

De productie van de gewone, industriële en vuurvaste producten zoals daar zijn: recipiënten, gres-buizen, baksteen, dakpannen en smeltkroezen bleef echter voortduren tot halfweg de 20e eeuw.

Het was net in die periode dat een paar industriële ateliers zoals dat van Daenen en Losson openstonden voor de samenwerking met kunstenaars zoals: Arthur Craco, Henri Javaux, Léon Philippot, Oscar De Clerck, Angelo Hecq, Odon Lallemand, Christine Bertrand en Francesco Benedetti. Twee groten onder hen wil ik hier eventjes belichten.

*Arthur #Craco (1869-1955)
geb. #Sint-Joost-ten-Node - overl. #St.-Lambrechts-Woluwe.

Was een van de belangrijkste vernieuwers binnen de keramische kunst in België. Hij was: beeldhouwer, tekenaar, graveerder en pottenbakker.
Zijn eerste keramische creaties realiseerde hij in het atelier van Omer Coppens rond 1896 ... hierin was reeds duidelijk de invloed van de art nouveau-stroming te ontwaren, waarvan hij een fervent aanhanger was. In 1909 was hij tewerkgesteld in de fabriek van Fréderic Horta ... na een ‘grand prix’ gekregen te hebben op de internationale tentoonstelling van Milaan in 1906.

Hij realiseerde zijn eerste grote aardewerk-creaties rond 1914 in Stockheim-Fouches (Aarlen) en later in Andenne waar hij de soepele klei ontdekte waarmee hij zijn jeugdig streven naar vrijheid en gerechtigheid tot uiting kon brengen. 
Met brio wist hij zijn talenten als beeldhouwer en keramist te combineren. Zijn stijl leunde dicht aan bij die van Alfred Finch. Een deel van zijn oeuvres werden gebakken in de ‘poteries Losson & Cie  en Daenen –De Gives te Andenne’.

*Henri #Javaux (1892-1976)
geb. Sint-Joost-ten-Node - overl. Andenne 
Een industrieel die in het textielbedrijf van zijn schoonvader werkte en die in 1921 naar Andenne kwam. Hij werd voor kunst gevoelig gemaakt door zijn oom Louis Larismont, een kunstverzamelaar die ook Craco naar Andenne had gehaald. 
Bij een bezoek aan het atelier van Edouard Daenen werd hij op slag verliefd op dit ambacht. Edouard was uitstekend geplaatst als technisch raadgever en gaf hem de kans zijn talenten te ontwikkelen in zijn atelier.

Javaux ontwierp: vazen, dekselpotten, lampvoeten, boekensteunen met decoratiemotieven als: pluimen, gestileerde bloemen ... irissen, lelies, orchideeên en rozen. 
Ook tuinornamenten in vorstbestendig steengoed zoals plantenschalen en beeldhouwwerken ontsproten aan zijn fantasie. Zijn creaties waren te bewonderen op vele nationale en internationale tentoonstellingen. 
Buiten dit alles zat hij zich enorm in voor de erkenning van het ambacht en het kunstonderwijs erin.
Een bevlogen persoonlijkheid, die gepassioneerd bezig was met de studie van de evolutie van het keramisch ambacht, getuige hiervan zijn talrijke gespecialiseerde publicaties en artikelen van zijn hand.
Hij was bovendien medestichter en conservator van het hierboven vermelde keramiekmuseum.

Groeten,
Meindert




Javaux
Craco


Geen opmerkingen:

Een reactie posten