donderdag 11 juni 2015

De porseleinfabriek van #Baudour.

In augustus 1842 kocht François-Joseph Declercq, die bindingen had met de prestigieuze manufacturen van Meissen en Sèvres, een deel van de gebouwen der voormalige tegel- en dakpannenfabriek te Baudour aan.
Hij richt er een kleine commanditaire vennootschap: ‘Declerck & Cie’ op onder de welluidende naam ‘Manufacture de porcelaine de Baudour’.

In dit nieuwe atelier produceerde hij bijzondere porseleinen ensembles zoals: eetserviezen, koffieserviezen met florale motieven, vazen, bekers, sculpturen enz. Sommige van deze objecten waren voorzien van een markering ... een ingekraste ‘D’of ‘Baudour’.

Na een aantal omzwervingen associeert François-Joseph zich met de Bergense advocaat Nicolas De Fuisseaux. Dit nieuwe vennootschap kent een bloeiende samenwerking en krijgt een aantal belangrijke onderscheidingen op porseleingebied.

In februari 1848 scheiden de wegen van beide vennoten, Nicolas zet het beheer van de porseleinfabriek alleen verder onder de naam 'Manufacture de Porcelaine de Baudour. 
Na het overlijden van Nicolas in 1857 neemt zijn weduwe Eléonore Messine de leiding gedurende twee decennia op zich. Hun jongste zoon Fernand nam in 1881  na het overlijden zijn moeder de directie van de fabriek over.

Gedurende het tijdperk ‘De Fuisseaux’ kende het bedrijf een enorme ontwikkeling en bood het een rijk gamma van porseleinen objecten aan, waaronder: alledaagse en luxueuze eet- en koffieserviezen, brood- en fruitmanden, mosterdpotten, lavabostellen, vazen, lucifershouders, poppenhoofden, isolatoren, heiligenbeeldjes, Mariabeeldjes, dierensculpturen en nog vele andere meer.

Oktober 1989 werd er een nieuw vennootschap opgericht namelijk: ‘La société anonyme des Produits Céramiques de Baudour ... anciennes usines De Fuisseaux.’

In 1927 fuseerde dit bedrijf met de ‘s.a. des Pavillons’ dat zijn zetel te Brussel had. Gedurende deze periode werd de productie van de voorhanden zijnde modellen verder gezet ... alleen in het decor is er enige variatie te bespeuren. Bestellingen voor hotels en restaurants met vergulde monogrammen of wapenschilden lopen vlotjes binnen. Op de internationale tentoonstellingen van Antwerpen en Luik in 1930 worden er een paar grote prijzen gewonnen.

In 1934 neemt ‘La société Céramique Belge Cérabel’ de leiding van de fabriek van Baudour over.
De productie werd nu zeer divers: tafel- en hotelserviezen, kunstvoorwerpen, beeldjes, vazen, fantasie-, reclame- en decoratieve voorwerpen, bloem- en grafornamenten, laboratorium toebehoren, industrieel en elektrotechnisch porselein waaronder elektrische hoogspanningsisolatoren.

In 1977 stond Cérabel op de rand van het faillissement tengevolge van de buitenlandse concurrentie en stopt het met de productie van het vaatwerk.

De  'n.v. NGK Ceramics Europe' neemt het bedrijf over en verfijnd de productie van zijn hoogspanningsisolatoren, ook katalytische potten en andere hoogstaande technische toepassingen worden er vervaardigd. Tot op de dag van vandaag is dit een bloeiend en actief bedrijf. Daarmee is deze voormalige porseleinfabriek één van de weinige manufacturen die haar sporen op het Belgisch grondgebied nalaat.

Groeten,
Meindert


 




1 opmerking: